Duurzame landbouw

Duurzame landbouw is onderdeel van de circulaire economie binnen de agrarische sector. Door het sluiten van kringlopen komen meststoffen ten goede aan het gewas en komen minder nutriënten in het water terecht. Meer aandacht voor de weerbaarheid van de bodem zorgt er bovendien voor dat de gewassen minder vatbaar zijn voor ziekten. In dat geval zijn minder/geen gewasbeschermingsmiddelen nodig. Door meer geavanceerde technieken toe te passen wordt met de landbouw voor 2030 toegewerkt naar een nagenoeg gesloten erf en perceel. De verwachting is dat de toxiciteit van het water hierdoor afneemt. Dat is gunstig voor de chemische en biologische waterkwaliteit.

Afbraak veenbodems

Bodemdaling in veenweidegebieden zorgt voor afbraak en uitspoeling van veenbodems. Dit is een belangrijke bron van nutriënten in het water. In de komende jaren wordt in enkele deelgebieden onderzoek gedaan naar het stoppen van bodemdaling. Zo krijgen we meer zicht op de effecten op de waterkwaliteit en de kansen voor de verdere opschaling van maatregelen. Zie ook het thema Ruimtelijke adaptatie.

Terugdringen vervuilende stoffen

Met Europees beleid(externe link) wordt gewerkt aan het terugdringen van giftige stoffen in het water. Voorbeelden zijn PFAS, microplastics, biociden, gewasbeschermingsmiddelen, hormonen en medicijnresten. Er komt een verbod op het gebruik van de meest schadelijke stoffen. Tegelijk worden minder schadelijke alternatieven ontwikkeld. Bepaalde stoffen, zoals medicijnen, zijn niet eenvoudig te vervangen. In die gevallen wordt ingezet op emissiebeperking en zuivering (zie het effect Schoon water).

Klimaatverandering

Hevige neerslag zorgt voor meer uitspoeling van stikstof en fosfor van het land naar het water. Daarnaast zorgen droge perioden voor versnelling van veenafbraak. En de hogere temperatuur zorgt voor warmer water, waardoor het risico op algenbloei toeneemt en bacteriën langzamer afsterven. We verwachten daarom vaker problemen met de zwemwaterkwaliteit.

Hogere temperaturen leiden tot een verschuiving in de soortensamenstelling. Soorten die nu alleen voorkomen in warmere gebieden worden dan nieuwe lokale soorten. Hierdoor verdwijnen sommige huidige soorten.